NL2120, het groene verdienvermogen

Urgente opgaves, zoals klimaatverandering en de afname van biodiversiteit, zetten het verdienvermogen en de leefbaarheid van Nederland en delta’s wereldwijd onder druk. Daarom is een gehele aanpak gericht op duurzaam en klimaatbestendig gebruik van land- en watersystemen noodzakelijk.

Waarin investeert het Nationaal Groeifonds?

Het kennis- en innovatieprogramma NL2120 investeert in onderzoek naar natuurlijke oplossingen (nature-based solutions). Het doel is klimaateffecten op te vangen, biodiversiteit te herstellen en tegelijkertijd het productievermogen te behouden en brede welvaart te versterken. Het voorstel combineert een nationaal kennisprogramma met het opdoen van ervaring in lopende gebiedsprojecten in verschillende landschapstypen, zoals de hoge zandgronden, veenweidengebied en stad. Binnen deze projecten leren betrokken partijen over de werking van natuurlijke oplossingen, innovatieve verdienmodellen en maatschappelijke transitieprocessen. De integrale aanpak maakt het voorstel uniek. Bestaande kennis en ervaring zijn versnipperd, waardoor innovaties niet snel gemeengoed worden. Door kennisontwikkeling en praktijkervaring te combineren, integreert, verdiept en verrijkt NL2120 bestaande kennis. 

Budget

De reservering van € 110 miljoen uit 2022 is in februari 2023 omgezet in een toekenning van € 110 miljoen, waarvan € 40 miljoen voorwaardelijk.

Bijdrage aan de economische groei in Nederland

Het voorstel versterkt het ondernemerschap in verschillende grondgebonden bedrijfssectoren en vergroot de vooraanstaande positie van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven in de internationale markt op het terrein van klimaatadaptatie, water en landbouw.  

Wie leidt het project

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dienden het voorstel in namens het consortium NL2120. Het consortium bestaat uit kennisorganisaties, onderwijsinstellingen, bedrijven, groene maatschappelijke organisaties en overheden. 

Status

De ministeries hebben in de loop van 2022 gesprekken gevoerd met het consortium, wat heeft geleid tot een aangepast voorstel waardoor het project in februari een onvoorwaardelijke toekenning van € 70 miljoen heeft gekregen en er € 40 miljoen voorwaardelijk is toegekend.

Halverwege de uitvoeringsperiode zal er een tussenevaluatie plaatsvinden om te bepalen of de voorwaardelijke toekenning kan worden omgezet in een definitieve toekenning.