Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren
Goed onderwijs en een goed opgeleide beroepsbevolking vormen de basis voor onze welvaart en welzijn. Goede leraren zijn daarvoor essentieel. De ontwikkelmogelijkheden en daardoor de ontwikkeling van leraren in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is nu sterk versnipperd. Bovendien sluit het niet aan bij wetenschappelijke inzichten. Met dit project worden leraren geholpen in hun professionele ontwikkeling, nadat ze hun startkwalificatie hebben gehaald. Dit leidt tot beter onderwijs en maakt ook het beroep van leraar aantrekkelijker. Daarmee draagt het project ook bij aan de vermindering van het lerarentekort.
Doel van het project
Het doel van het voorstel is om zowel de kwaliteit van leerkrachten te versterken als de aantrekkelijkheid van het beroep van leerkracht te vergroten.
De Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (NAPL) structureert en stimuleert de doorlopende professionalisering van leraren in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
De NAPL realiseert een samenhangend geheel van voorzieningen (infrastructuur) om de professionele ontwikkeling van leraren gedurende hun gehele loopbaan continu te stimuleren. Deze professionalisering leidt enerzijds tot een hogere kwaliteit en productiviteit van leraren en uiteindelijk tot betere leerprestaties van leerlingen, en anderzijds tot meer werkplezier en minder stress en burn-out onder leraren.
Waarin investeert het Nationaal Groeifonds?
NAPL ontwikkelt een infrastructuur voor de professionalisering van leraren door te investeren in vier pijlers:
- Landelijke ontwikkelpaden
- Een opleidingsregister
- Co-creatielabs in regionale netwerken
- Een systeem van kwaliteitsborging
Deze nieuwe infrastructuur draagt bij aan een hogere kwaliteit van de professionalisering van leraren, daardoor een verbetering van onderwijskwaliteit, daardoor de groei van ontwikkelmogelijkheden van kinderen en daardoor een versterking van de economische welvaart en het verdienvermogen van Nederland.
De vier pijlers vormen een geheel en bouwen op elkaar voort. Zo maken leraren, schoolleiders, schoolbesturen en lerarenopleidingen in co-creatielabs in regio’s (pijler 3) gebruik van ontwikkelpaden (pijler 1) en bestaande evidence-informed aanpakken voor het ontwerpen en uitvoeren van professionaliseringstrajecten die aansluiten bij de vraag van leraren. Nieuw ontwikkelde effectieve aanpakken die voortkomen uit de co-creatielabs krijgen een plek in het opleidingsregister (pijler 2) en het digitale platform voor kennisdeling. De kwaliteit van de professionaliseringstrajecten wordt vervolgens beoordeeld met behulp van het te ontwikkelen systeem van kwaliteitsborging (pijler 4).
Budget
Het Nationaal Groeifonds investeert maximaal € 160 miljoen in het project. Dit bedrag bestaat uit een definitieve toekenning van € 73 miljoen en een voorwaardelijke toekenning van € 87 miljoen.
Bijdrage aan economische groei en welvaart in Nederland
De infrastructuur voor de doorlopende ontwikkeling van leraren zorgt ervoor dat leraren en scholen worden geholpen bij het kiezen van kwalitatief hoogwaardige professionaliseringstrajecten die passen bij hun ambities. Binnen tien jaar neemt minimaal 25% van de leraren uit het primaire onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs deel aan deze professionaliseringsactiviteiten. Het voorstel gaat ervanuit dat meer professionalisering leidt tot een hogere productiviteit van leraren. Dit leidt tot een hoogwaardig onderwijssysteem met kwalitatief goede leraren, wat leidt tot leerwinst bij leerlingen.
Er wordt verwacht dat de leerwinsten die leerlingen maken, als gevolg van professionalisering van leraren, positieve gevolgen hebben voor het latere inkomen van leerlingen en zo bijdragen aan de welvaart en het welzijn van de toekomstige beroepsbevolking. En daarmee op het verdienvermogen van Nederland.
Wie leidt het project?
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is indiener van het voorstel. Het voorstel is onderschreven door de onderwijspartners UNL, VH, PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, AOb, FvOv, Platform VVVO, BVMBO en het Lerarencollectief. De uitvoering wordt belegd bij de ‘Realisatie Eenheid’ van OCW. Dit is een nieuw organisatieonderdeel van OCW, gericht op het aanpakken van het lerarentekort.